2: De eerste 5 dagen

Waarom werd juist Rotterdam gebombardeerd? Was dit willekeurig?
Wat is een brandgrens? Hoe loopt de brandgrens in Rotterdam?
​
​
​
Welke kunstobjecten in Nederland hebben te maken met De Tweede Wereldoorlog? In Rotterdam staat het beeld ‘De Verwoeste Stad’ of in de volksmond ‘Stad zonder hart’ van Ossip Zadkine.
Wat zijn ‘Stolpersteine’?
​
Les over windrichting. Het papier uit Rotterdam landde in Utrecht, hoe stond de wind dan? Teken een windroos en leer de namen van de windstreken.
​
​
De scholen gingen dicht (denk aan quarantaine tijdens Corona). Welke gevoelens roept dat op en waarom? Veranderen je gevoelens naarmate iets langer duurt en waarom?
Wat is een souvenir? Heb je zelf souvenirs? Welke gevoelens roepen de souvenirs bij je op? Wat zijn redenen om souvenirs te verzamelen oftewel wat heb je eraan? Zijn foto’s en filmpjes ook een soort van souvenir?
Harry gaat mee kijken naar het neergestorte vliegtuig en neemt iets mee. Hij noemt het een soort ramptoerisme. Wat is ramptoerisme? Waar ligt de grens tussen nieuwsgaring en ramptoerisme? Welke dingen mag je wel en niet fotograferen of filmen? Wat zijn jouw eigen grenzen voor jezelf en voor een ander? Maak een doorsteek naar waarden, normen en wetten met betrekking tot social media.
Hoe kwamen mensen in oorlogstijd aan informatie? Wat zijn de verschillen met nu? Hoe lang duurde het voor een gebeurtenis in de krant stond? Radio was een andere manier om informatie te vergaren, ging dat sneller?
Zijn er voor- en nadelen te bedenken bij hoe het toen was en hoe het nu is? Maak een Venn diagram.
Wat als de media beheerst worden door een bepaalde groep, met een bepaalde mening, wat betekent dit voor de berichtgeving?
Standpunt is belangrijk. Waar je woont op de wereld, wie je ouders zijn en welke religie en overtuigingen zij hebben maken uit voor jouw eigen overtuigingen. Ook welke media je tot je beschikking hebt is belangrijk. Ben je in staat om eerlijke informatie te vergaren?
Is de berichtgeving over een nieuwsfeit overal hetzelfde? Waarom wel of niet. Schrijf in groepjes een (nep) krantenartikel. Bijvoorbeeld: een ontsnapte aap steelt een tros bananen van een marktkoopman en zijn vrouw. Hun kindje is er ook bij. Schrijf hier een artikel over vanuit het standpunt van de aap, de oppasser, de koopman, de vrouw, het kind en eventueel de omstanders. Bedenk waarom er op een bepaalde manier gereageerd wordt, maak er een achtergrondverhaal bij.
Bespreek met de leerlingen dat elke boodschap van een maker komt, dat de boodschap dus eigenlijk altijd subjectief is als er meer staat dan een feitelijke weergave van gebeurtenissen.